Bij het horen van het woord ‘populisme’ gaat ieders gedachten automatisch naar het idee van ‘het volk’. De afgelopen jaren lijkt deze term echter een heel andere betekenis te hebben gekregen, voornamelijk vanwege de vele uitdagingen die zich op het Europese continent hebben voorgedaan – financiële recessie, werkloosheid, immigratiecrisis, milieu-/energieproblemen – om er maar een paar te noemen.
Ongetwijfeld heeft het populisme in Nederland de afgelopen decennia steeds meer terrein gewonnen en dat mag ons niet verbazen. Populistische groepen staan bekend om hun houding tegen immigratie, hun “anti-establishment” opvattingen, hun zorg voor de bescherming van de nationale cultuur en lokale tradities en hebben een vrij pessimistische mentaliteit ten opzichte van de Europese integratie en de Europese Unie in het algemeen, ook wel bekend als het fenomeen van “Euroscepticisme”. Tegenwoordig waren er veel demonstraties over “Nexit” – dat wil zeggen de terugtrekking van Nederland uit de Europese Unie -. De snelle stijging in populariteit is hand in hand gegaan met het gebruik van de sociale media en dus is hun grote aantrekkingskracht duidelijk voor jongeren maar ook voor ouderen.
De meest populaire populistische politieke partij in Nederland is de Partij voor de Vrijheid (PVV), opgericht in 2006 door Geert Wilders. Bij de parlementsverkiezingen van 2010 behaalde de PVV 24 zetels, waarmee ze de op twee na grootste partij van het land werd en een sleutelrol speelde in het aanblijven van de minderheidsregering van Mark Rutte, die momenteel premier is.
Geert Wilders volgt een soortgelijk pad als dat van Marine Le Pen in Frankrijk, door strijdlustige retoriek aan te nemen tegen de waarden en het beleid van de EU, met name over vrijhandel en vrij verkeer van burgers, terwijl hij de snelle groei van islamitisch radicalisme bestrijdt; een exponent worden van een extreem xenofoob en anti-islamitisch discours. Met deze specifieke strategie slaagde Geert Wilders erin om het deel van de samenleving dat zich afgesneden voelt van het traditionele politieke systeem om zich heen te verzamelen, evenals de kiezers die vinden dat zowel de gecentraliseerde besluitvorming in Brussel als de aard ervan schadelijk zijn voor serieus Nederland.
Naast al het bovenstaande bestaat er een nog extremere populistische partij; het Forum voor Democratie (FvD), opgericht in 2016 door Thierry Baudet en Henk Otten. Tijdens de Covid19-pandemie hebben Wilders en Baudet grote twijfel gezaaid over de ernst van het virus, terwijl ze beweren dat “de statistieken niet te vertrouwen zijn” en dat de overheid opzettelijk het levensonderhoud van mensen kapot maakt.
Blijft de vraag: hoe is het mogelijk dat een puur liberaal land zo heftig flirt met het populisme? Met het antwoord waarschijnlijk rommelend in de historische evolutie van Nederland, van een diep conservatieve en religieus gedreven samenleving van protestantisme en katholicisme, naar het Europese paradijs van het liberalisme. G. Wilders verkondigt stoutmoedig dat Nederland vervreemd is van de manier waarop zijn samenleving is geëvolueerd, wijt de vervreemding aan het traditionele politieke systeem, terwijl hij tegelijkertijd een sluwe dribbel maakt door de afhankelijkheid van Brussel in de vergelijking te betrekken.
Kortom, in een land dat sociaal en economisch floreerde zonder afhankelijk te zijn van nationalistische kronen, kwam G. Wilders hen inspireren in het deel van het electoraat dat het meest wordt getroffen door de veranderingen die het gevolg zijn van de ongunstige macro-economische cyclus van het land. de crisis, in volledige harmonie met de opkomst en gedeeltelijke overwinningen van het populisme op internationaal niveau (BREXIT, de opkomst van extreemrechts in Frankrijk en Italië), naast de actie van de radicale Islam.