Wist je dat?
Aangenomen wordt dat de ontstaansgeschiedenis van de hedendaagse overheidspropaganda voortkomt uit de Eerste Wereldoorlog, toen president Woodrow Wilson de Amerikaanse regering leidde bij het vormen van de Committee on Public Information (CPI). Het voornaamste doel was het verzamelen van publieke steun voor de oorlog en het bevorderen van een positieve kijk op de oorlogsinspanning.
De CPI functioneerde als een kolossaal propaganda-instrument, ontworpen om het verhaal rond de oorlog te sturen en de publieke perceptie te beïnvloeden. Het maakte gebruik van een scala aan mediakanalen, zoals tijdschriften, kranten, posters en films, om zijn berichten te verspreiden.
Censuur was een krachtig wapen in het arsenaal van de CPI. Door de verspreiding van informatieregels zorgde de regering ervoor dat alleen pro-oorlogsnieuws werd vrijgegeven, waardoor het verhaal onder controle werd gehouden en het anti-oorlogsgevoel werd bedwongen.
Door haar propaganda-inspanningen was de regering in staat een gevoel van nationalisme en patriottisme onder het Amerikaanse volk te creëren en hen ervan te overtuigen dat hun deelname aan de oorlog noodzakelijk was om de waarden en de manier van leven van hun land te verdedigen. De media speelden een cruciale rol in dit proces, aangezien zij voor de meeste mensen de belangrijkste informatiebron waren.
Noam Chomsky laat in zijn boek ‘Media Control’ zien hoe de controle over de media ertoe kan leiden dat een land oorlog verlangt.